1.2 Belangrijkste resultaten
Samenvatting
Het jaarverslag over 2022 is gebaseerd op de structuur van de Begroting 2022 en ingedeeld in 9 beleidsprogramma’s met 42 beleidsdoelen en 140 meerjarendoelen. In het jaarverslag rapporteren we ook uitgebreid over de daaronder liggende 457 voorgenomen prestaties, ook wel aangeduid als ‘beoogde resultaten’. In de jaarrekening gaan we in op de financiën. In dit inleidende hoofdstuk 1 van het jaarverslag lichten we beide onderwerpen op hoofdlijnen toe.
Prestaties
Ruim twee derde van de voorgenomen prestaties is behaald. Van alles voorgenomen prestaties krijgt 28% de status vertraagd (oranje) en 4% van de prestaties (in casu 18 stuks) krijgen de status forse vertraging of geheel niet gehaald (rood).
Programma | Aantal beleids-doelen | Aantal meerjaren-doelen | Aantal prestaties | Aantal prestaties op groen | Aantal prestaties op oranje | Aantal prestaties op rood |
---|---|---|---|---|---|---|
1. Ruimtelijke ontwikkeling | 3 | 12 | 39 | 29 | 9 | 1 |
2. Landelijk gebied | 5 | 11 | 48 | 31 | 10 | 7 |
3. Bodem, water en milieu | 5 | 21 | 70 | 58 | 10 | 2 |
4. Energietransitie | 4 | 13 | 44 | 25 | 18 | 1 |
5. Bereikbaarheid I - Algemeen | 8 | 31 | 110 | 63 | 42 | 5 |
6. Bereikbaarheid II - OV | 1 | 5 | 11 | 8 | 3 | - |
7. Cultuur en erfgoed | 3 | 9 | 14 | 11 | 3 | - |
8. Economie | 5 | 17 | 58 | 41 | 15 | 2 |
9. Bestuur | 8 | 21 | 63 | 46 | 17 | - |
Totaal | 42 | 140 | 457 | 312 | 127 | 18 |
Van de voorgenomen prestaties hebben dus 145 prestaties geringe tot forse vertraging opgelopen. In dit jaarverslag wordt bij 6 van die vertragingen aangegeven dat dit direct Corona gerelateerd is en bij 6 prestaties ligt het uitstel van de omgevingswet ten grondslag aan de vertraging. Bij de overige 133 prestaties (met oranje resp. rode score) spelen diverse oorzaken, zoals problemen bij het vinden van mensen, scope-verandering van een project, wetswijzigingen, complexiteit van staatssteun of aanbesteding of de werkdruk in het algemeen bij de provincie en anderen.
Beleids- en meerjarendoelen
Bij alle negen beleidsprogramma’s is ook een gewogen oordeel gegeven over de voortgang van de meerjarendoelen in het programma. Niet alle prestaties wegen immers even zwaar. Dat oordeel is gegeven aan de hand van drie vragen:
- Hebben we gedaan wat we voorgenomen hadden?
- Zijn we binnen de planning gebleven?
- Is de realisatie in lijn met het budget?
Voor de beantwoording van de derde (financiële) vraag is het volgende scoringskader gehanteerd, zowel voor onder- als overbestedingen aan de lastenkant:
- Afwijking < 5% = groen
- Afwijking 5-10% = oranje
- Afwijking > 10% = rood
- Verschillen < € 100.000 zijn altijd ‘groen’, ongeacht het percentage.
Hebben we de activiteiten gedaan die we hadden voorgenomen? | ||||
Programma | Aantal meerjaren-doelen | Aantal op groen | Aantal op oranje | Aantal op rood |
---|---|---|---|---|
1. Ruimtelijke ontwikkeling | 12 | 9 | 2 | - |
2. Landelijk gebied | 11 | 6 | 2 | 3 |
3. Bodem, water en milieu | 21 | 18 | 2 | 1 |
4. Energietransitie | 13 | 10 | 3 | - |
5. Bereikbaarheid I - Algemeen | 31 | 28 | 2 | 1 |
6. Bereikbaarheid II - OV | 5 | 4 | 1 | - |
7. Cultuur en erfgoed | 9 | 9 | - | - |
8. Economie | 17 | 14 | 3 | - |
9. Bestuur | 21 | 12 | 9 | - |
Totaal | 140 | 110 | 24 | 5 |
Noot: 1 meerjarendoel bij programma 1 is nog niet gescoord.
Toelichting
Bij ruim drie kwart van de meerjarendoelen hebben we gerealiseerd van wat we ons hadden voorgenomen. Dit ligt in lijn met de score die we gegeven hebben aan de beoogde prestaties, die eerder in dit hoofdstuk zijn toegelicht. Voor iets minder dan een vijfde geldt dat we niet volledig in staat zijn geweest om al hetgeen te doen wat we ons voorgenomen hadden (score ‘oranje’). Voor vijf meerjarendoelen geldt dat we hier in het geheel niet in zijn geslaagd (score ‘rood’). In de toelichting per programma (hoofdstuk 2 van het jaarverslag) wordt dit nader toegelicht.
|
---|
Toelichting
Bij 63% van de meerjarendoelen zijn we binnen de planning gebleven die we ons vooraf gesteld hebben. Bij een derde van de meerjarendoelen lopen we achter op de eerder gestelde planning, maar wordt dit door ons nog niet als problematisch ingeschat (score ‘oranje’). Bij een viertal meerjarendoelen is de gestelde planning niet langer realistisch en is bijstelling dus noodzakelijk. Dit zijn dezelfde meerjarendoelen die we bij de voorgaande vraag ‘hebben we gedaan wat we voorgenomen hadden?’ ook de score ‘rood’ hebben meegegeven.
Is de realisatie in lijn met het budget? | ||||
Programma | Aantal beleids-doelen | Afwijking <5% (groen) | Afwijking 5-10% (oranje) | Afwijking > 10% (rood) |
---|---|---|---|---|
1. Ruimtelijke ontwikkeling | 3 | 1 | - | 2 |
2. Landelijk gebied | 5 | 2 | - | 3 |
3. Bodem, water en milieu | 5 | 2 | - | 3 |
4. Energietransitie | 4 | 1 | 2 | 1 |
5. Bereikbaarheid I - Algemeen | 8 | 2 | - | 6 |
6. Bereikbaarheid II - OV | 1 | - | 1 | - |
7. Cultuur en erfgoed | 3 | 2 | - | 1 |
8. Economie | 5 | 2 | - | 3 |
9. Bestuur | 8 | 6 | 1 | 1 |
Totaal | 42 | 18 | 4 | 20 |
Toelichting
De derde en laatste vraag hebben we alleen beantwoord voor de beleidsdoelen en dus niet op het niveau van de meerjarendoelen. De reden daarvoor is dat we, in lijn met de gemaakte afspraken in de financiële verordening, de begrote en gerealiseerde baten en lasten aan Provinciale Staten inzichtelijk maken op het niveau van beleidsdoelen. Het college is bevoegd om binnen een beleidsdoel baten en lasten te verschuiven, als dit voor de realisatie van de voorgenomen doelstellingen noodzakelijk is.
Voor de helft van alle beleidsdoelen heeft de realisatie van de lasten die we in deze jaarrekening verantwoorden een afwijking die groter is dan 5% ten opzichte van de bijgestelde begroting, waarbij geldt dat het grootste deel daarvan een afwijking kent van meer dan 10% (score ‘rood’). Het gaat hierbij om zowel onder- als overschrijdingen.
We kunnen de bereikte resultaten ook meer kwalitatief beschrijven. Dit gebeurt uitgebreid in hoofdstuk 2 van deze jaarstukken, waar elk beleidsprogramma separaat wordt toegelicht. Hieronder geven we een korte samenvatting per beleidsprogramma. Het gaat hier echt om de hoofdlijnen.
1.2.1 Ruimtelijke ontwikkeling
Op 27 september hebben we met onze partners een bod uitgebracht aan het ministerie van Binnenlandse Zaken om 83.500 woningen extra te bouwen, mits het Rijk de juiste randvoorwaarden helpt creëren. Hiervoor zijn met gemeenten, regio’s en andere partners zoveel mogelijk kansen in kaart gebracht en zijn de randvoorwaarde voor deze kansen in kaart gebracht. Deze randvoorwaarden zijn vaak op het vlak van mobiliteit, waardoor de uitkomsten van dit traject ook een belangrijke rol hebben gespeeld in het MIRT proces.
Met het vaststellen van de Omgevingsvisie en de Interim Omgevingsverordening door PS in 2021 is de provincie deels al aan het werken volgens de nog in te voeren Omgevingswet. Zoals bekend is de inwerkingtreding van deze Omgevingswet ook in 2022 tot tweemaal toe uitgesteld door het Rijk. De Omgevingswet treedt definitief vanaf 1 januari 2024 in werking.
In mei 2022 kondigde het Rijk aan de regie op de ruimtelijke ontwikkeling te willen hernemen. In de praktijk is daarbij een grote rol weggelegd voor de provincies als middenbestuur. Het Rijk heeft de provincies daarom gevraagd voorstellen te doen voor het versnellen van de uitvoering van de Nationale Omgevingsvisie. De provincie is dit aan het oppakken waarbij de lijnen van het programma NOVEX, het Rijksprogramma om de nationale omgevingsvisie uit te voeren, belangrijke leidraden zijn naast de eigen provinciale ruimtelijke opgaven.
In de provinciale Omgevingsvisie is de ambitie voor ‘Groen Groeit Mee’ geformuleerd. Met deze ambitie willen we de gebouwde omgeving en de natuurontwikkelingen in onze provincie in balans brengen en houden. We hebben 7 februari 2022 het ‘Pact Groen Groeit Mee’ ondertekend. Dat deden we samen met 38 andere partijen, waaronder alle gemeenten, de waterschappen en veel relevante organisaties binnen de provincie Utrecht. Hiermee hebben we de intentie uitgesproken om de groei van natuur en water gezamenlijk te realiseren.
1.2.2 Landelijk Gebied
In 2022 heeft het Rijk het NPLG gepresenteerd. Het NPLG heeft een grote impact op het landelijk gebied. In het NPLG komen veel opgaven in het landelijk gebied bij elkaar. Het bevat een intensivering en versnelling van een aantal bestaande opgaven op het gebied van natuur en water en nieuwe opgaven of een concretisering van opgaven, zoals de groen-blauwe dooradering van het landschap, de landbouwtransitie en de klimaatopgave met daarin bodemdaling, de bossenstrategie en het verminderen van methaanuitstoot.
Stap voor stap worden de opgaven van het NPLG geconcretiseerd. In onze provincie ‘vertalen’ we die naar onze negen deelgebieden en halen we ook de provinciale opgaven vanuit die deelgebieden op. Tezamen vormt dit het Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG) dat op 1 juli 2023 gereed moet zijn en de basis vormt om aanspraak te kunnen maken op middelen uit het transitiefonds.
Een groot deel van de opgaven voor het landelijk gebied, waar in 2022 aan is gewerkt, zijn ook onderdeel van de opgaven uit het NPLG en onderdeel van een gebiedsgerichte integrale aanpak waar we voor staan in het kader van het UPLG.
Het realiseren van de doelen van het NPLG vraagt veel van de Utrechtse landbouw. Plattelands-coaches denken met onze agrariërs mee in de vraagstukken die bij hen leven. Vanaf de start van het project maakten al 304 agrarische ondernemers of erfeigenaren gebruik van plattelandscoaches.
Ondanks grote inspanningen ligt de realisatie van het NNN en de Groene contour helaas niet op schema. De grote vraag naar grond en onzekerheid over de toekomst voor de agrarische sector leiden tot een beperkte realisatie van nieuwe natuur. We zoeken constant naar mogelijkheden om te versnellen en gelukkig zijn er hier en daar kleine succesjes.
In 2022 is het strategisch bosbeleid vastgesteld. Als onderdeel daarvan zijn in het kader van het bomenactieplan zijn afgelopen jaar 77.000 bomen uitgedeeld aan boseigenaren, particulieren en agrariërs en in totaal ongeveer 200.000 bomen aangeplant. Daarmee ligt de uitvoering van het bomenactieplan mooi op schema. De uitvoering van het Strategisch bosbeleid is uit de startblokken en kent een groeiend aantal initiatieven. Met de aanleg van kleine landschapselementen verbinden we natuurgebieden. In 2022 hebben de deelnemers van het platform kleine landschapselementen 124 nieuwe elementen aangelegd, ruim meer dan gepland.
De kwaliteit van onze natuurgebieden kan met behulp van subsidies worden behouden en verbeterd. Het areaal weidevogelbeheer dat de provincie subsidieert groeide in 2022 met bijna 600 hectare naar ruim 9000 hectare.
Begin 2022 hebben wij de methodiek voor een pre- soortenmanagementplan (SMP) vastgesteld. Daarmee bieden we gemeenten een direct inzetbare oplossing om te kunnen verduurzamen binnen de doelstellingen van de Wet Natuurbescherming. Drie gemeenten hebben een volledig, tienjarig SMP en daar komen de komende twee jaar nog minimaal acht gemeenten bij. Onze activiteiten op het gebied van (pre-)SMP’s hebben ertoe geleid dat ook het Rijk, andere provincies en de brancheorganisatie na-isolatie hiervoor interesse hebben getoond.
Dit jaar zijn we gestart met enkele grote onderzoeken naar de effecten en haalbaarheid van alternatieve ganzen verjaagmethoden.
In 2022 hebben we veel activiteiten uitgevoerd gericht op het stimuleren van natuurinclusieve en circulaire landbouw. Het platform Landbouw en Milieu in Utrecht (LaMi) ondersteunt het duurzaam boerenondernemerschap.
1.2.3 Bodem, water, milieu
Het afgelopen jaar kenmerkte zich door langere periodes van droogte, meer hitteproblemen en hevige wateroverlast. We blijven ons inzetten voor de uitvoeringsmaatregelen voor klimaatadaptatie en dijkversterking. De bestaande regio’s voor klimaatadapatie namen in de uitwerking daarvan het voortouw. In 2022 is het beschikbare subsidiebudget voor klimaatbestendige, groen en gezonde projecten in het stedelijk gebied volledig gebruikt voor onder andere het realiseren van groenblauwe schoolpleinen en groene daken. Daarnaast is ook opdracht gegeven om de bedreigingen en kansen van klimaatverandering in beeld te brengen voor onze provinciale wegen, vaarwegen en fietspaden. We verwachten de eindrapportage medio 2023.
We willen een robuust watersysteem met een duurzame zoetwatervoorziening en schoon en voldoende oppervlaktewater. Onze ambities en de acties voor komende jaren legden we in februari 2022 vast in het Bodem- en waterprogramma 2022-2027. Met een quick scan is in 2022 onderzocht of bestaande waterwinlocaties nog iets vergroot kunnen worden om op relatief korte termijn wat extra capaciteit te realiseren. In 2023 vindt de verdere uitwerking daarvan plaats.
In 2022 is het Ambitiedocument Blauwe Agenda Utrechtse Heuvelrug vastgesteld met als doel om meer water vast te houden voor natuur, landbouw en de drinkwatervoorziening. Ook zijn via het project Toekomstbestendig Amsterdam-Rijnkanaal/Noordzeekanaalgebied in 2022 belangrijke inzichten gekregen over effecten van ruimtelijke keuzes op het watersysteem. Deze projecten dragen direct bij aan de opdracht van het Rijk aan de provincies om Nederland klimaatbestendig in te richten door “water en bodem” meer sturend in de ruimtelijke ordening te maken. De richtinggevende keuzes uit de Kabinetsbrief “Water en Bodem sturend” van eind 2022 werken we in 2023 verder uit in het UPLG en het ruimtelijk beleid.
We zetten ons tegelijk in voor een veilig en verantwoord gebruik van het bodem- en grondwatersysteem. De uitvoering van bodemsaneringen loopt op schema. We besloten op 13 december 2022 de looptijd van het Provinciaal Uitvoeringsprogramma Bodemconvenant (PUB) met een jaar te verlengen tot 1 januari 2024. De oorzaak daarvoor lag in het uitstellen van de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
In de Regionale Veenweiden Strategie (RVS) Utrechtse Veenweiden legde PS in 2022 vast hoe we ons aandeel in de landelijke reductiedoelstelling voor de uitstoot van methaan willen realiseren. We hebben het hier over een reductie van 1 megaton CO2eq-emissie uit de veenbodems.
Milieu
Het omgevingswetprogramma Gezond en Veilig is door ons college vastgesteld. Dit biedt een belangrijk kader voor de taken van de provincie op het gebied van lucht, geluid, gezondheid en veiligheid.
Het Rijk is bezig met een herziening van het luchtruimgebruik, waarbij minder hinder van het vliegverkeer de doelstelling is. Regelmatig benadrukken we de Utrechtse belangen in overleggen met het Ministerie van I&W en de andere betrokken overheden.
Andere onderwerpen
Het uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 2022 is voor 98% uitgevoerd. In 2022 is er een uitbreiding tot stand gekomen van drie naar vier toezichthouders in het buitengebied. Hiermee is er meer mankracht voor het toezicht in het buitengebied.
De uitvoering van het Beleidskader Sport en Bewegen van de provincie ligt op schema. Met 56 partners is 17 februari 2022 het Provinciaal Sportakkoord Utrecht ondertekend: alle gemeenten, sportbonden, maatschappelijke organisaties en kennis- en onderwijsinstellingen binnen de provincie tekenden mee. Er zijn projecten opgestart op het gebied van duurzaamheid, inrichting van beweegvriendelijke buitenruimte en inclusiviteit.
1.2.4 Energietransitie
Door de extreme stijging van de prijzen voor gas en elektriciteit in 2022 kregen steeds meer mensen moeite om hun energierekening te betalen. Daarom heeft de provincie een aanpak ontwikkeld voor de inzet van isolatievouchers voor particuliere woningeigenaren met een smalle beurs. Er zijn in totaal 1860 isolatievouchers verstrekt aan inwoners van dertien gemeenten. Hiermee kan ruim twee derde van de doelgroep worden bereikt. In 2023 wordt deze aanpak in nog meer gemeenten toegepast. Ook bij bedrijven en maatschappelijke organisaties is de urgentie om energie te besparen toegenomen door de hoge energieprijzen. De provincie heeft ondersteuning geboden bij meer dan tweehonderd panden van maatschappelijke organisaties en bij collectieve verduurzamingsprojecten voor bedrijven. Onze subsidieregeling hebben we aangepast om knelpunten voor zon-op-dak te kunnen oplossen.
Voor de verduurzaming van de warmtevraag van de gebouwde omgeving zijn in diverse gemeenten onderzoeken uitgevoerd naar de mogelijkheden van grootschalige winning van thermische energie uit de (diepe) bodem, water en buitenlucht. Vooruitlopend op de nieuwe Warmtewet, waarin wordt vastgelegd dat warmtenetten een publiek meerderheidsaandeel moeten hebben, zijn we gestart met een verkenning naar de rol die de provincie hierin kan spelen. Warmtenetten zijn ook een belangrijk thema in het onderzoek naar financiële instrumenten om de energietransitie te versnellen, dat op initiatief van Provinciale Staten is uitgevoerd.
Een jaar na vaststelling van de Regionale Energiestrategieën (RES) hebben we een tussenbalans opgesteld. Hieruit blijkt dat de realisatie van de RES-doelstellingen voor 2030 onder druk staat en dat de verhouding zon-wind verder uit balans is geraakt. De provincie heeft gemeenten opgeroepen om extra in te zetten op windenergie en is gestart met de voorbereiding van planologische procedures voor het geval de oproep onvoldoende oplevert. Vanuit het streven naar minimaal 50% lokaal eigendom hebben we lokale energie-initiatieven geholpen bij de voorbereiding en uitvoering van meer dan vijftig projecten in de provincie voor met name “zon op dak”.
In de provincie Utrecht is er sprake van congestie op het elektriciteitsnet. Dit betekent dat er geen nieuwe grote energiegebruikers, zoals bijvoorbeeld scholen en bakkers, aangesloten worden.
Samen met de netbeheerders, gemeenten en bedrijven werken we aan oplossingen door snellere uitbreiding van het net, efficiënter gebruik van het net en het integraal programmeren van de netinfrastructuur. Met netbeheerder Stedin hebben we een aanpak ontwikkeld om in een aantal proeftuinen te gaan experimenteren met slimme oplossingen voor netcongestie. Ook hebben PS besloten de uitbreiding van hoogspanningsstation Kortrijk-Breukelen planologisch mogelijk te maken.
1.2.5 Bereikbaarheid Algemeen
In het Bestuurlijk Overleg MIRT 2022 zijn voor de Metropoolregio Utrecht (MRU) afspraken gemaakt voor de ontsluiting van een belangrijk deel van de nieuwe woningen. Het Rijk reserveert daarmee circa € 930 miljoen (inclusief btw) voor de MRU. De regio stelt circa € 475 miljoen (exclusief btw) beschikbaar. Concreet gaan deze afspraken over de ontsluiting van woningbouw in Groot Merwede, de spoor-/A1-zone Amersfoort en een negental versnellingslocaties 'woningbouw en mobiliteit' verspreid over de hele Metropoolregio. Hiermee maken we in de toekomst meer woningen ruimtelijk mogelijk.
Een belangrijke bijdrage hebben we geleverd aan het opstellen van het Regioalternatief voor de Ring Utrecht. In 2022 is er samen met de gemeente Utrecht gewerkt aan de bouwstenen voor dit alternatief. De presentatie van het Alternatief Ring Utrecht in beeld – Verkenning van het alternatief voor het Tracébesluit Ring Utrecht was op 1 februari 2023.
Het overgrote deel van het beheer, onderhoud en de geplande studies naar provinciale infrastructuur is zoals afgesproken gerealiseerd. Een klein deel van deze werkzaamheden schuift door naar 2023. In de voorbereiding en realisatie is echter aanmerkelijk minder gerealiseerd dan verwacht. Dit is veroorzaakt door enerzijds een tekort aan gekwalificeerde medewerkers en anderzijds het ontbreken van een oplossing voor de stikstofuitstoot van projecten. Dit geldt ook voor de fietsinfrastructuur. Bij fietsinfrastructuur speelde voor sommige projecten ook dat ze afhankelijk zijn van externe ontwikkelingen
Op het overeenkomen van uitvoeringsovereenkomsten voor doorfietsroutes en de realisatie van doorfietsroutes is in 2022 goede voortgang geboekt. Wel is er op onderdelen sprake van enige vertraging.
Het aantal verkeersdoden in de provincie Utrecht nam af ten opzichte van 2021. Het aantal verkeersgewonden nam licht toe. Via een integrale aanpak, bestaande uit verbeteringen aan de infrastructuur, werken aan veilig verkeersgedrag door verkeerseducatie en gerichte campagnes en door het versterken van verkeershandhaving, hebben we gewerkt aan het verder terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers.
Daarnaast heeft hebben wij in 2022 gewerkt aan de ontwikkeling van knooppunten en initiatieven voor verduurzaming van het goederenvervoer. Verder hebben we gewerkt aan de digitalisering van mobiliteit zodat vraag en aanbod van wegcapaciteit beter op elkaar zijn afgestemd.
1.2.6 Bereikbaarheid OV
In 2022 had corona nog een forse impact op het gebruik en de uitvoering van het Openbaar Vervoer (OV). De steun van het Rijk voor het OV liep in 2022 door, waardoor het vervoeraanbod in principe op hetzelfde niveau kon blijven. In de praktijk is dat door het tekort aan chauffeurs niet gelukt.
Het aantal reizigers zat in 2022 weer in de lift, maar is nog duidelijk onder het niveau van vóór corona. Over heel 2022 was het reizigersaantal ongeveer 72% van het aantal in 2019.
Vanwege het chauffeurstekort hebben de twee Utrechtse OV-vervoerders het grootste deel van 2022 een afgeschaalde dienstregeling gereden. De verwachting is dat in de loop van 2023 het chauffeurstekort door de vervoerders wordt opgelost maar dat het herstel van de reizigersaantallen tot 2025 gaat duren.
Met de vervoerders zijn afspraken gemaakt over het aanpassen van de OV-concessies, inclusief het verlengen tot en met december 2025. De aangepaste en verlengde concessies zijn in oktober 2022 door de provincie vastgesteld en gaan per 2023 in.
1.2.7 Cultuur en Erfgoed
Ondanks de druk die de coronacrisis nog steeds legt op de culturele sector, is het gelukt vrijwel al onze geplande resultaten vanuit het Programma Cultuur en Erfgoed te bereiken. Daarnaast hebben we met het Steun- en Herstelpakket voor cultuur en erfgoed, extra steun kunnen geven aan de sector. Dit jaar ging dat met name om steun bij programmering aan jonge makers, innovatie en steun aan onze partnerinstellingen.
Via financiële bijdragen ondersteunde de provincie dit jaar de restauratie van 19 rijksmonumenten en onderhoud aan 32 Rijksmonumentale molens. De bekendheid van het Utrechtse erfgoed is versterkt met steun voor een grote diversiteit aan projecten.
Met diverse gebiedsprocessen is de kwaliteit van het landschap op en rond de Hollandse Waterlinies beter gemaakt. Enkele forten zijn verduurzaamd en herbestemd. Voor de samenwerking van het werelderfgoed Hollandse Waterlinies is dit jaar het Gemeenschappelijk Orgaan Hollandse Waterlinies ingesteld, met de provincie Utrecht als centrumprovincie.
1.2.8 Economie
In 2022 leverden we een actieve bijdrage aan het beter laten functioneren van de arbeidsmarkt. We ondersteunden innovatieve bedrijven. We bevorderden het aantal kwalitatief goede werklocaties. De regionale samenwerkingsverbanden Utrecht Talent Alliantie (UTA), de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht Region (ROM), de Economic Board Utrecht (EBU) en de Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (NV OMU) spelen een centrale rol in ons beleid. In 2022 zijn deze samenwerkingsverbanden versterkt en beter aan elkaar gekoppeld.
Toerisme en recreatie
In 2022 hebben wij de laatste stappen gezet in de transitie naar de nieuwe wijze van samenwerken bij beheer, onderhoud, toezicht en ontwikkeling van recreatievoorzieningen per 1 januari 2023. Recreatie Midden-Nederland is opgeheven en het Routebureau is ondergebracht bij de provincie. Het ontwerp van het wandelknooppuntennetwerk Utrecht-oost (Heuvelrug, Regio Amersfoort, Gelderse Vallei) is door ons college vastgesteld. De revisie van het fietsroutenetwerk van de gehele provincie is opgestart.
De start van de Spaanse wielerronde Vuelta 2022 in Utrecht was een groot succes. Het evenement werd gesteund door de provincie Utrecht, andere overheden en private partners. Met inwoners, bedrijven en een breed maatschappelijk veld is een geslaagd evenement georganiseerd met veel maatschappelijk ingestoken 'side-events'.
1.2.9 Bestuur
Het doel van een sterk en duidelijk provinciebestuur is, met de regierol die de provincie bij verschillende onderwerpen vanuit het Rijk krijgt toebedeeld, steeds meer van belang. Goed bestuur is ook een integer bestuur. Het integriteitsbeleid voor politieke ambtsdragers is in december 2022 vastgesteld door PS. In 2022 is ook het mediafonds opgericht, omdat een sterke regionale en lokale journalistiek bijdraagt aan een sterker lokaal bestuur.
De omvang en samenhang van de maatschappelijke opgaven maken de uitvoering complex. Samen met onze mede-overheden geven we uitvoering aan deze opgaven. Hiervoor is vanuit het programma Sterk Utrechts Bestuur gewerkt aan het verbeteren van de samenwerking tussen gemeenten, waterschappen en provincie. PS hebben de nota Strategisch samenwerken in 2022 vastgesteld en dit wordt uitgewerkt in een implementatieplan. Ook de samenleving betrekken we vaker bij het bestuur. Bij werkbezoeken zoeken we nadrukkelijk contact met de samenleving. In maart 2022 hebben PS de participatievisie vastgesteld waarin leidraden zijn vastgelegd om participatie bij projecten vorm te geven.
Om de Utrechtse belangen te behartigen, is in 2022 een nieuwe lijst samengesteld met Haagse lobbydoelen. We hebben PS gerapporteerd over de Europese actualiteiten en zijn gestart met een EU-leergang voor onze partners zoals gemeenten en waterschappen. In het voorjaar van 2022 heeft ons college een werkbezoek gebracht aan Brussel, om nader kennis te maken met vertegenwoordigers bij de Europese instellingen.
Naast het reguliere Interbestuurlijk Toezicht, is in 2022 een thema-onderzoek omgevingsrecht uitgevoerd naar ‘constructieve veiligheid’ en organiseerden we verschillende kennisbijeenkomsten voor de partijen waar we toezicht op houden. Voor de huisvesting van vergunninghouders is nauw samengewerkt tussen de Provinciale Regietafel Migratie en Integratie, het Kansenmakersteam, het team Interbestuurlijk Toezicht Wonen en het programma Versnelling Woningbouw. Doel hiervan is gezamenlijk oplossingen te vinden voor de grote en ingewikkelde opgaven van asielopvang en huisvesting vergunninghouders in de provincie. Mede vanwege de urgente situatie bij deze opgaven is het toezicht op de gemeenten geïntensiveerd.
In maart 2022 hebben PS het beleidskader Wij doen mee! vanuit de Sociale Agenda vastgesteld. Dit kader hebben wij vertaald naar een uitvoeringsagenda met daarin diverse projecten die deels zijn uitgevoerd in 2022 en deels in 2023. De evaluatie en actualisatie van de uitvoeringsagenda Circulaire Samenleving is vastgesteld. Er is een start gemaakt met het verankeren van klimaat(thema’s) in de begroting en er is onderzoek gedaan naar het laten meewegen van maatschappelijke effecten ten gevolge van broeikasgasuitstoot.
1.2.10 Bedrijfsvoering
In 2022 zijn er, 240 Oekraïense vluchtelingen opgevangen in het provinciehuis. We hebben hiervoor tijdelijke huisvesting gerealiseerd op drie verdiepingen in ons pand. Naast de tijdelijke huisvesting in het provinciehuis zijn er voor hen mobiele keukens geplaatst op het terrein.
Het meerjarig programma BV Beter is in 2022 succesvol voortgezet. BV Beter heeft als doel het versterken van de diverse bedrijfsvoeringsfuncties, verbeteren van bedrijfsvoeringsprocessen en het beter laten aansluiten van bedrijfsvoering op de behoefte van de organisatie en haar omgeving. Processen en procesbeschrijvingen zijn geactualiseerd en deze worden vastgelegd in een e-handboek (ManualMaster). Er is ondersteunende software geïnstalleerd voor het proces van subsidieverlening, waardoor dit naar verwachting vanaf 2023 beter en sneller zal verlopen, met ook meer stuurinformatie.
Bovendien is de vernieuwing van de audiovisuele middelen in de Statenzaal afgerond. Onder alle medewerkers is het medewerkersbelevingsonderzoek (MBO) afgenomen. Binnen het domein bedrijfsvoering zijn in het kader van professionalisering circa honderd adviseurs begonnen met het leertraject Professioneel Adviseren.
De provincie heeft in 2022 de Wet Open Overheid (Woo) ingevoerd. Dat verloopt volgens de planning die door het Rijk is voorgeschreven.
De krapte op de arbeidsmarkt was in 2022 zeer voelbaar bij de provincie. Daarmee was het lastig om mensen te vinden. Vooral het vinden van specifieke specialismen, zoals financials, ICT-ers en juristen was lastig.
In het afgelopen jaar heeft de Tweede Kamer ingestemd met de wet ‘Versterking decentrale rekenkamers’. Met dit besluit is ook de invoering van de zogenaamde Rechtmatigheidsverantwoording vastgesteld. Dit betekent dat ons college zich voor het eerst in de jaarrekening 2023 verantwoordt over de rechtmatigheid van baten en lasten en balansmutaties. Daarmee heeft de interne toetsing een wettelijke status gekregen. Over 2022 is op advies van de accountant een proef opgesteld van deze rechtmatigheidsverantwoording.
Daarmee wijzigt de rol van de externe accountant omdat zij vanaf het boekjaar 2023 geen oordeel meer geeft over de rechtmatigheid. De externe accountant stelt wel de getrouwheid daarvan vast, zoals opgenomen in de jaarrekening.