4.7 Post onvoorzien
Conform artikel 28, lid b. van het BBV dient in de jaarrekening inzicht te worden gegeven in de aanwending van het bedrag voor onvoorzien. De stelpost onvoorzien kende in 2022 bij aanvang een omvang van € 1,8 mln. Dit is als volgt ingezet in 2022:
- € 0,04 mln. is ingezet voor de dekking van de hogere accountantskosten voor de jaarrekening 2021. Via de Zomernota 2022 heeft uw Staten daar mee ingestemd;
- Via de Zomernota heeft uw Staten ingestemd met de dekking van € 1,156 mln. uit de post onvoorzien ten behoeve van aanpassing van het provinciehuis voor het opvangen van vluchtelingen. Bij de Slotwijziging 2022 was duidelijk dat deze kosten volledig door het Rijk worden vergoed. Hierdoor was deze dekking niet meer noodzakelijk.
- Bij de Slotwijziging 2022 heeft uw Staten ingestemd om het restant van € 1,76 mln. ten gunste van het begrotingssaldo te brengen.