Hoofdstuk 3 - Paragrafen

3.10 Arbeidscapaciteit

3.10.1 Inleiding

De arbeidskosten bestaan uit loonkosten en kosten voor inhuur van externen. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat arbeidskosten die zijn verbonden aan de uitvoering van programma’s en investeringsprojecten, direct daaraan moeten worden toegerekend. In het BBV wordt dit aangeduid als primair proces. De arbeidskosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van het primair proces, worden aangeduid als overhead. Deze moeten worden toegerekend aan het Overzicht Overhead. Het gevolg van deze BBV-werkwijze is dat geen inzicht bestaat in het totaal van de arbeidskosten en de richtlijnen die hierop van toepassing zijn. Deze paragraaf voorziet in de behoefte aan een totaalinzicht in onze arbeidskosten.

In deze paragraaf wordt de realisatie van de arbeidskosten weergegeven, bestaande uit:

  1. loonkosten voor onze formatie;
  2. loonkosten voor medewerkers in onze dienst die worden gedekt vanuit materiële budgetten;
  3. kosten voor de inhuur van externen;
  4. kosten van detacheringen en opbrengsten uit detacheringen en UWV.

De wijze van registreren, sturen en rapporteren is volop in beweging. Dit komt voort uit onze behoefte om meer inzicht te krijgen in de personele samenstelling en de inzet van externe inhuur. Daarnaast willen we onze arbeidscapaciteit beter laten aansluiten op onze leidende sturingsprincipes. We ontwikkelen ons tot een opgavegerichte organisatie die de eigen ambities verbindt en realiseert met de omgeving. Onderdeel van de ontwikkeling naar opgavegericht werken is het scherp inzichtelijk hebben van de arbeidskosten die nodig zijn om ons doel te bereiken.

Deze pagina is gebouwd op 06/15/2023 07:51:47 met de export van 06/15/2023 07:34:16