3.4.2 Financiering
In deze paragraaf informeren wij u over de ontwikkeling van onze liquide middelen in het jaar 2022. Wij zijn verplicht om een positief saldo aan liquide middelen af te storten bij het Ministerie van Financiën. Als dat het geval is, dan hebben wij een vordering op het ministerie. Op de balans wordt dit als een bezitting (activa) gezien en dit wordt gepresenteerd onder de vlottende activa: Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. In het vervolg van deze paragraaf korten we dit af tot “de schatkist”.
In onderstaand figuur is het verloop van het saldo bij de schatkist weergegeven voor het jaar 2022. Eind 2021 hadden we een positief saldo van circa € 102 mln. en eind 2022 was het saldo circa € 82 mln.
De tabel "Verloop saldo bij schatkist gedurende 2022 ultimo maand" vermeldt de volgende bedragen x 1 mln.: december 2021 101,59, januari 2022 106,58, februari 130,03, maart 111,98, april 89,75, mei 88,75, juni 118,30, juli 113,72, augustus 118,45, september 122,69, oktober 85,26, november 98,12 en december 2022 82,14.
Terugkijkend naar 2022 wordt het gerealiseerde liquiditeitssaldo vergeleken met het verwachten liquiditeitssaldo. Elk jaar maken we, als onderdeel van de begroting, een inschatting van de ontwikkeling van onze liquide middelen. Daarin vatten we samen hoe onze bezittingen en schulden zich gaan ontwikkelen op basis van de cijfers die in de begroting zijn opgenomen. In de Begroting 2023 is de meest recente inschatting opgenomen van de ontwikkeling van onze liquiditeit over het jaar 2022. We hebben toen ingeschat dat we eind 2022 voor circa € 4 mln. aan leningen zouden aantrekken. Tevens is bij de begroting een ‘buffer’ opgenomen van € 30 mln. als uitzetting in ’s Rijks schatkist.
Bij het opstellen van de jaarstukken 2022 blijkt echter dat er sprake is van een positief saldo aan liquide middelen van circa € 82 mln. Dat betekent dat er per saldo circa € 56 mln. minder aan liquide middelen is uitgegeven dan we hadden verwacht. Het verschil van circa € 56 mln. kan voor de helft worden verklaard door het per saldo hogere resultaat van circa € 28 mln. Andere factoren die meespelen zijn bijvoorbeeld de lagere uitgaven voor investeringen, geen uitbetaling tranche aan OMU en lagere overlopende activa dan werd begroot.