4.3 Toelichting op de balans

Opvang van rekeningsaldi en onvoorziene mee-/tegenvallers

PS stelt jaarlijks bij de vaststelling van de jaarrekening het bedrag vast dat wordt toegevoegd aan de algemene (lees: saldi-) reserve.

Algemeen

Positieve rekeningsaldi; incidentele meevallers

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

In de primaire Begroting 2023 (inclusief amendementen) zijn diverse onttrekkingen voorzien voor de jaren t/m 2026, en een beperkte storting in 2025. Per saldo neemt de reserve daardoor af in die jaren met een bedrag van circa € 129 mln. (exclusief toevoeging begrotingssaldi 2023-2026).

PS besluit over de inzet van de saldireserve.

Het weerstandsvermogen is de mate waarin de provincie Utrecht in staat is de financiële gevolgen van risico’s op te vangen zonder aantasting van bestaand beleid

PS d.d. 9 december 2020

Algemeen

De reserve Weerstandsvermogen wordt aan het einde van het kalenderjaar afgeroomd of aangevuld tot afgerond € 45 miljoen; of het dichtstbijzijnde lagere of hogere bedrag om te voldoen aan de bandbreedte dat de ratio weerstandsvermogen ligt tussen de 1.4 en 2.0. Er kan afhankelijk van de business case een risicobeoordeling plaatsvinden bij de geïdentificeerde risico’s. Op basis van deze beoordeling kan er een risicoreservering gestort worden in de reserve Weerstandsvermogen.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

N.v.t., zie ook 'voorwaarden besteding'

Als risico’s zich voordoen die zijn opgenomen in het weerstandsrisicoprofiel, dan wordt de reserve weerstandsvermogen aangewend ter dekking van die financiële gevolgen, mits alle mogelijke beheersmaatregelen zijn genomen.

Afdekken onrendabele investeringen van deelnemingen door de provincie Utrecht

PS 22 september 2021

Egaliseren

In de jaren 2022-2025 wordt ieder jaar € 3 mln. (totaal € 12 mln.) toegevoegd aan de reserve voor afdekking van onrendabele investeringen door de OMU. Toevoeging is overeenkomstig PS voorstel van 22 september 2021 over intensivering en verduurzaming bedrijventerreinen.

2036

€ 12 milj.

n.v.t

De reserve dient aangewend te worden ter dekking van een afwaardering van aandelen.

Het veilig, efficiënt en duurzaam beheren en onderhouden van de openbaar vervoer assets

Begroting 2020 d.d. 30-10-2019

Egaliseren

Voor het veilig, efficiënt en duurzaam beheren en onderhouden van het bus en tramvervoersysteem wordt eenmaal in de vier jaar een Nota Kapitaalgoederen opgesteld. Op basis daarvan is het beschikbare budget bepaald voor de komende periode. In 2021 is de Nota Kapitaalgoederen Mobiliteit vastgesteld en bij de Kadernota 2022 is het jaarlijks beschikbare budget voor uitgaven Beheer en onderhoud Openbaar vervoer verhoogd naar € 21,029 mln.
Het vast onderhoud loopt via de exploitatie en plussen en minnen worden verrekend met het rekeningsaldo. Het variabele deel loopt via de exploitatie waarbij de plussen en minnen met deze reserve worden verrekend.
Jaarlijks wordt aan de hand de Nota Kapitaalgoederen een meerjarenonderhoudsplan (MOP) opgesteld. Het MOP laat echter geen constant beeld zien over de jaren, er is sprake van jaren dat er minder wordt uitgegeven en ook van jaren dat er meer wordt uitgeven dan het beschikbare budget voor variabel onderhoud. Door de lasten en baten voor variabel onderhoud vanuit het MOP Openbaar Vervoer te verrekenen met de reserve Beheer en onderhoud Openbaar vervoer kunnen deze schommelingen worden opgevangen.

2061

0

€ 100 milj.

Bestedingen moeten zijn opgenomen in het MOP openbaar vervoer. Het MOP openbaar vervoer is onderdeel van de begroting. Eventuele bijstellingen gedurende het jaar vinden plaats via de reguliere P&C producten. Conform de berekening die gemaakt is bij Nota kapitaalgoederen Mobiliteit 2021 is er geen vrije ruimte in deze reserve

Bestedingen moeten zijn opgenomen in het MOP openbaar vervoer. Het MOP openbaar vervoer is onderdeel van de begroting. Eventuele bijstellingen gedurende het jaar vinden plaats via de reguliere P&C producten. Investeringen gaan via het MIP. Bij uitbreiding van het areaal komen de beheeren onderhoudslasten daarna terug in de NK en het MOP.

Het veilig, efficiënt en duurzaam beheren en onderhouden van de (vaar)wegen. Egaliseren van exploitatiekosten van het variabel onderhoud, inclusief bijbehorende plussen en minnen.

15-12-2016, PS2016MME12

Egaliseren

De reserve wordt gevoed vanuit de algemene middelen.

2055

0

€ 25 milj.

Bestedingen moeten zijn opgenomen in het MOP wegen en vaarwegen. Het MOP wegen en vaarwegen is onderdeel van de begroting. Eventuele bijstellingen gedurende het jaar vinden plaats via de reguliere P&C producten. Conform de berekening die gemaakt is bij Nota kapitaalgoederen Mobiliteit 2021 is er geen vrije ruimte in deze reserve.

Bestedingen moeten zijn opgenomen in het MOP wegen en vaarwegen. Het MOP wegen en vaarwegen is onderdeel van de begroting. Eventuele bijstellingen gedurende het jaar vinden plaats via de reguliere P&C producten. Investeringen gaan via het MIP. Bij uitbreiding van het areaal komen de beheeren onderhoudslasten daarna terug in de NK en het MOP.

Economische stimulering door bijdragen van max. 60% van de totale projectkosten aan projecten met een aantoonbaar economisch effect voor de regio Utrecht op het gebied van: life sciences, creatieve industrie (gaming, multimedia en design), duurzaamheidseconomie, kennisvalorisatie en bevordering van innovatie bij het mkb; Middels deze cofinanciering maakt de provincie projecten mogelijk die de kenniseconomie en innovatie stimuleren in de meest kansrijke clusters van de regionale economie. Hierbij is de koppeling met de EBU agenda leidend.

PS2007BEM06 d.d. 15 februari 2007, PS2011MME04 d.d. 7 februari 2011

Besteden

De initiële voeding bestond uit de structurele budgetten Stimulering Economische Ontwikkeling (€ 561.000), SER Utrecht (€ 27.000), Ondersteuning Arbeidsmarktbeleid ( € 56.000) en de vrij besteedbare middelen uit de reserve Stimulering Economische Ontwikkeling (€ 1.184.000). Ook werd besloten om € 6.522.000 vanuit de huidige reserve Cofinancieringsfonds te herbestemmen € 1.184.000 vanuit de reserve Stimulering Economische Ontwikkeling te herbestemmen in de reserve Cofinancieringsfonds kennis en innovatie. (PS2011MME04).

2023

0

€ 10 milj.

Deze middelen zijn bedoeld voor de tweede tranche USP Bilthoven ad € 110.000 en voor de derde en laatste tranche van de HULAF ad € 300.000.

Voorwaarden van bestedingen in subsidievorm worden gelegd in de Algemene subsidieverordening van de provincie in combinatie met een uitvoeringsverordering. In andere dan subsidie vormen (bijv. via opdrachten) kan het fonds ingezet worden binnen de kaders en doelen van het instellingsbesluit van PS.

Egalisatie van de ontvangen decentrale uitkering bodemsanering en de uitgaven ten behoeve van het convenant (uitvoeringsprogramma Bodemconvenant 2016-2020). Verlengd tot en met 2023

PS d.d. 22 maart 2010 (PS2010RGW05)

Egaliseren

Resterende middelen programma Bodemsanering 2010-2016, aangevuld met niet bestede middelen van de decentrale uitkering. Hieraan is toegevoegd de bijdrage voor sanering van de Nedereindseplas vanuit het stimuleringsfonds ter hoogte van € 1.567.474,81.

2023

n.v.t

n.v.t.

Zie vastgesteld Uitvoeringsprogramma Bodemconvenant 2016-2023. (PUB)
Bodemafspraken IPO BAC ROWW 2021

Conform Uitvoeringsprogramma Bodemconvenant 2016-2023.
Bodemafspraken IPO BAC ROWW 2021

Opvangen onvoorspelbaar ritme uitgaven subsidies Energietransitie

PS 11 november 2020 (B2021)

Egaliseren

Binnen de Programmabegroting (programma 4 Energietransitie) is over de periode 2021 – 2024 € 12 mln. beschikbaar voor de uitvoering van projecten via subsidies middels een jaarlijkse storting van € 3 mln. in 2021, € 3,1 mln. in 2022, € 3,6 mln. in 2023 en € 2,3 mln. in 2024. De reserve wordt per 31 december 2024 opgeheven en het dan resterende saldo wordt toegevoegd aan de saldi reserve. Voor verlenging van de looptijd is een apart PS besluit nodig

2024

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Opvangen onvoorspelbaar ritme uitgaven gebiedsgerichte aanpak Stikstof (spoor 2 en 3)

PS 11 november 2020

Besteden

Incidentele storting via Intensivering/ nieuw beleid Kaderbrief 2021-2024 (€ 10 miljoen). Daarnaast kan de reserve toenemen door een storting van niet-bestede incidentele middelen in de exploitatie (programmabegroting).

2099

n.v.t.

n.v.t.

Lasten m.b.t. activiteiten die leiden tot het reduceren van stikstof

Bijdragen aan doel van reductie van stikstof.

Het egaliseren van fluctuaties in de begroting als gevolg van groot onderhoud huisvesting.

PS d.d. 28 juni 2010 (PS2010PS04). In de Begroting 2021 is toegelicht dat de reserve is omgezet naar een reserve voor groot onderhoud.

Egaliseren

Bij de vaststelling van de jaarrekening 2019 is het resterende saldo vanuit de voorzieningen groot onderhoud vrijgevallen en in deze reserve gestort. Op basis van het meerjarig onderhoudsplan (MOP) wordt jaarlijks inzichtelijk gemaakt welke bestedingen zullen plaatsvinden. Het verschil van deze bestedingen ten opzichte van het in de begroting aanwezige, structurele onderhoudsbudget wordt verrekend met deze reserve (zowel plussen als minnen).

n.v.t.

0

€ 5 milj.

Bestedingen voor het onderhoud van de panden moeten zijn opgenomen in het MOP huisvesting. Het MOP huisvesting is onderdeel van de begroting. Het verschil van deze bestedingen ten opzichte van het in de begroting aanwezige, structurele onderhoudsbudget wordt verrekend met deze reserve (zowel plussen als minnen). Eventuele bijstellingen gedurende het jaar vinden plaats via de reguliere P&C producten.

Bestedingen voor het onderhoud van de panden moeten zijn opgenomen in het MOP huisvesting. Het MOP huisvesting is onderdeel van de begroting. Eventuele bijstellingen gedurende het jaar vinden plaats via de reguliere P&C producten.

Het gebiedsontwikkelingsprogramma Hart van de Heuvelrug / Vliegbasis Soesterberg is financieel gezien budgettair neutraal opgezet: de investeringen in de natuurontwikkelingsprojecten worden terugverdiend door de ontwikkeling van woningbouw- en bedrijventerreinprojecten. Deze reserve is bedoeld om alle tussentijdse voor- en nadelen via deze reserve te vereffenen en beschikbaar te houden voor het programma.

Jaarlijks wordt in de jaarrekening de baten en lasten m.b.t. de uitvoering van het Programma HvdH/VBS afgewikkeld op deze reserve

Egaliseren

Jaarlijkse afwikkeling van baten en lasten die onderdeel zijn van de gebiedsontwikkeling Hart van de Heuvelrug / Vliegbasis Soesterberg.

2026

n.v.t.

n.v.t.

Afwikkeling van lasten en baten op beleidsprogramma 1 die samenhangen met
het programma Hart van de Heuvelrug / Vliegbasis Soesterberg.

De besteding van deze reserve is gekoppeld aan het programma Hart van de
Heuvelrug / Vliegbasis Soesterberg.

De eerder in de reserve gestorte middelen beschikbaar houden zodat er uitvoering gegeven kan worden aan grote gebiedsprojecten die zorgen voor doelbereik over bestaande (provinciale) programma’s heen en waarbij de provinciale inzet ‘er toe doet’.

Bij vaststelling van de Nota Reserves en Voorzieningen 2013, d.d. 3 februari 2014
Bij vaststellen jaarrekening 2013

Besteden

De initiële storting betreft het niet geclaimde budget van 2012 (3,6 mln. cf. PS2013PS04-2) en de bedragen die bij de Voorjaarsnota 2013 in de projectenreserve zijn geboekt voor IGP (cf. PS2012RGW08), € 3,25 mln. (2013), € 3,15 mln. (2014), € 3,45 mln. (2015). Vanaf 2016 was er jaarlijks structureel € 2,779 mln. beschikbaar, welke na verrekening van de lasten en baten van IGP in de exploitatie, in de reserve werd gestort. Sinds 2021 wordt er toegewerkt naar een afronding van deze reserve door besteding van de resterende middelen.

2024

0

€ 36,05 milj.

De planvorming en realisatie van gebiedsontwikkeling rond dijkversterking Culemborgse veer-Beatrix Sluizen. Dit bedrag is reeds voor dit project gelabeld.
In 2023 wordt een bestedingsplan gepresenteerd aan de staten, ter goedkeuring.  

Inzet van IGP-investeringsbudget voor een IGP project is alleen mogelijk o.b.v.
een door uw staten vastgesteld ‘realisatieplan'.

De provincie Utrecht zet zich actief in voor oplossen van Cultuurhistorische knelpunten/provinciale parels.

PS d.d.15 mei 2006 (PS2006ZCW06)

Besteden

Eerste vulling met de bestemmingsreserve monumenten en de nog uitstaande voorfinancieringen.

2025

n.v.t.

n.v.t.

Het bestedingsplan is gericht op de extra subsidieaanvragen voor Erfgoedparels in het jaar 2023.

N.v.t.

Dekking kapitaallasten extra krediet voor Uithoflijn, Ontvangstorganisatie en Proefbedrijf en Nieuwe Tramremise

PS 12-02-2018 PS2018MME06 en PS 09-07-2018
Kadernota 2019-2022
Deze reserve is opgeheven bij besluit Kadernota 2023 per 31 december 2022.

n.v.t. wordt opgeheven

Stortingen vanuit exploitatie programma Mobiliteit, conform statenvoorstel 12-02-2018

2022

0

€ 85 milj.

n.v.t.

n.v.t.

Verstrekte meerjarige projectsubsidies egaliseren conform BBV

PS 11 november 2020

Egaliseren

Toegekende projectsubsidiegelden waarvan de lasten niet worden genomen in het jaar van beschikken.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

In eerdere jaren moet een projectsubsidie zijn toegekend waardoor een dotatie aan de reserve heeft plaatsgevonden.

Zekerheid creëeren over het beschikbaar blijven van in een jaar niet volledig bestede projectbudgetten.

De reserve is initieel ingesteld bij besluit van PS d.d. 10 april 2006 (PS2006BEM06). Bij vaststelling van de Nota Reserves en voorzieningen (11 mei 2022) is de reserve hernoemd naar 'Meerjarige programma's en projecten'.

Besteden

Door storting van nog niet uitgegeven projectbudgetten. Voorstellen hiertoe kunnen jaarlijks worden ingediend via de planning- en controlcyclus. De voorwaarden voor overboeking zijn (cumulatief):                        
a) projecten konden nog niet worden afgerond. Hierbij dient een korte toelichting gegeven te worden over de voortgang en de globale redenen waarom de beschikbare budgetten nog niet zijn besteed;
b) overboeking van een restant budget is alleen mogelijk, indien het project is gestart;
c) alleen verwachte kosten overboeken;
d) alleen die projecten die zijn opgenomen in de projectenlijst van de reserve Projecten.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Het beschikbaar houden van gelden die bestemd zijn voor het realiseren van de doelstellingen van het Mobiliteitsprogramma.

Bij X-14/1988 is de voorziening ingesteld teneinde voor investeringen beschikbare gelden (kredieten) voor de toekomst beschikbaar te houden. Bij besluit PS2005BEM20 d.d. 27 juni 2005 is de voorziening herzien en omgezet in een reserve.

Besteden

Er is geen sprake van structurele voeding. Kasritme verschillen en bedragen die gereserveerd moeten blijven voor toekomstige uitgaven worden incidenteel in deze reserve gestort.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Bestedingen volgens het uitvoerings(Mobiliteits)programma dat tot en met 2018 vastgesteld is. En bestedingen conform het nieuwe uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2019-2023.
Daarnaast wordt ook de cofinanciering van regionale programma's zoals No regret maatregelen en Goed op Weg uit deze reserve gedekt.

Uitgaven die in het uitvoerings(mobiliteits)programma voorzien zijn

Efficiënt inrichten OV en vergroten tevredenheid OV-reizigers. Door egaliseren financiële effecten van de exploitatiesubsidie OV incl. Regiotaxi m.b.t. indexering, reizigers (opbrengsten)groei (U-OV) en afrekeningen c.q. bijstellingen. Dit betreft dus ook de hogere lasten in verband met de verlenging van de concessie tot en met 2025.

Aankondiging in de Kadernota 2019-2022. PS 09-07-2018 PS2018PS05
Besluit bij Begroting 2019 05-11-2018
Besluit bij Begroting 2020 30-10-2019

Egaliseren

Stortingen vanuit exploitatie programma Bereikbaarheid Openbaar Vervoer, conform Financiële spelregels exploitatiesubsidie OV opgenomen in de Kadernota 2019-2022, PS 09-07-2018. Positieve resultaat tussen de begrote lasten en de werkelijke lasten wordt in de reserve gestort. Het negatieve resultaat wordt uit de reserve onttrokken. Op deze manier worden schommelingen in de exploitatie subsidies opgevangen. Om de financiële effecten van de verlenging van de concessies tot en met 2025 op te kunnen vangen hebben er bij de Zomernota 2022 en de Begroting 2023 extra stortingen plaatsgevonden.

2027

€ 60 milj.

Egalisatie exploitatiesubsidie OV incl. regiotaxi. Daarnaast wordt de beschikbare ruimte ingezet worden voor de hogere kosten voor het verlengen van de huidige concessies.

Negatieve resultaat tussen de begrote lasten en de werkelijke lasten worden uit de reserve onttrokken. Het positieve resultaat wordt in de reserve gestort. Op deze manier worden schommelingen in de exploitatie subsidies opgevangen.

(co)Financieren of subsidiëren van projecten in het landelijk gebied op de thema's natuur, water, bodem, landschap, cultuurhistorisch erfgoed, landbouw, recreatie, leefbaarheid, duurzaamheid, klimaat en energie; (subsidiëring van) aankopen, inrichten en beheer van natuurterreinen EHS), knelpunten bij de realisatie van de EHS oplossen; uitvoering van het Reconstructieplan; Groen/Blauwe structuren, duurzame versterking landbouw, bosbeleid.

PS d.d. 12 december 2011 (PS2011RGW10)               

Besteden

Bij initiatie is een startbedrag betrokken. Bij de Kadernota 2023-2026 zijn aanvullende middelen gestort voor strategisch bosbeleid (€ 24,2 miljoen) en GLB-NSP (€ 20,1 miljoen).

2027

n.v.t.

n.v.t.

Voor de periode 2016-2020 zijn de projecten en programma's bekend en begroot; AVP wordt in overleg met gebiedspartners vastgelegd in gebiedsprogramma's met uitvoeringsplannen. Voor 2021 t/m 2023 zijn er jaarplannen opgesteld.

Besteding moet in overeenstemming zijn met het kaderdocument AVP 2016-2022 en de jaarplannen AVP 2021 t/m 2023.

Financieren van de Realisatiestrategie natuurvisie (GS 19 december 2017) waarin de natuuropgaven uit de Natuurvisie provincie Utrecht 2017 (PS d.d. 12 december 2016) zijn uitgewerkt. In de Natuurvisie zijn de doelen van de Wet natuurbescherming (1-1-2017) uitgewerkt. Deze doelen zijn onder andere gericht op behoud en versterking van de provinciale biodiversiteit en de duurzame beleving en benutting van de biodiversiteit.

PS d.d. 5 november 2018 (PS2018PSXX)
Begroting 2019

Besteden

Eenmalige storting uit reserve Landelijk Gebied van € 19,07 miljoen.

2027

€ 19,07 milj.

Besteding moet in overeenstemming zijn met de opgaven uit de Natuurvisie
uitgewerkt in de Realisatiestrategie.

Hoofdregel is als middelen worden onttrokken en niet worden gebruikt binnen de kostenplaats dan blijven deze in de RSN. Onderbesteding van het deel van de kostenplaats van de algemene middelen kan via een gemotiveerd bestemmingsvoorstel mogelijk alsnog terugvloeien of worden doorgeschoven.

(co)Financiering van de projecten en activiteiten uit het Actieplan Wonen en Binnenstedelijke Ontwikkeling 2012-2015. Binnen het programmabudget kan het geld op drie manieren ingezet worden: via directe beïnvloeding van de processen in de woningmarkt door middel van de inzet op regionale afstemming, kennisdeling en stimuleren van het proces op een aanjagende wijze; via het financieel instrumentarium en via participatie in complexe projecten en gebiedsontwikkeling.

PS 23 april 2012 (PS2012WMC02)

n.v.t. wordt opgeheven

Resterende middelen programma 2010-2015 en Fonds Uitplaatsing Hinderlijke Bedrijven, aangevuld met het saldo van de structurele middelen indien minder wordt uitgegeven dan structureel begroot.

2022

 € 10 milj.

Conform bestedingsplan programma Binnenstedelijke ontwikkeling 2017-2020.