Programma 4. Energietransitie

Beleidsdoelen

4.2.2

De groei van duurzame energie wordt ruimtelijk beter mogelijk gemaakt

Toelichting op meerjarendoel

Regionale Energiestrategieën (RES)
In september 2022 hebben Provinciale Staten de Tussenbalans Regionale Energiestrategieën provincie Utrecht vastgesteld. Hieruit blijkt dat de planologische besluitvorming voor zonnevelden en met name windparken achterblijft. Dit betekent dat de haalbaarheid van de RES-doelstellingen voor 2030 onder druk staat en dat aanvullende inzet op windenergie noodzakelijk is. Hierbij wordt gestreefd naar 1 TWh windenergie in 2030. We hebben gemeenten gevraagd om uiterlijk 1 december 2022 extra zoekgebieden voor windenergie aan te dragen. Om gemeenten daarbij te ondersteunen hebben we potentiële onderzoeksgebieden in beeld gebracht. Ook hebben we voorbereidingen getroffen om, indien nodig, in 2023 te kunnen starten met een plan-milieueffectrapportage (planMER).  

Binnen de RES regio Amersfoort hebben we samen met de betrokken gemeenten de mogelijkheden voor grootschalige opwek van zon- en windenergie langs de A28 nader onderzocht. Voor de A12-Oost is in opdracht van de provincie samen met betrokken gemeenten een gebiedsverkenning uitgevoerd. Het vervolg van beide trajecten maakt onderdeel uit van het programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER). Ook langs de A2 is een OER-traject opgestart.

Veel gemeenten kampen met een tekort aan kennis en capaciteit voor de uitvoering van taken die voortvloeien uit het Klimaatakkoord, waaronder de RES’en. Daarom hebben we op verzoek van de RES U16 het initiatief genomen om een voorstel uit te werken voor een flexibele schil van projectleiders voor gemeenten.  

Programmering regionale energie-infrastructuur

Beschikbaarheid van energie-infrastructuur is een belangrijke randvoorwaarde voor de energietransitie, maar ook voor de verstedelijkingsopgave en economische ontwikkeling. Door de snelle toename van vraag naar en aanbod van elektriciteit is er sprake van congestie op het elektriciteitsnet. Integrale programmering van de regionale energie-infrastructuur is nodig om knelpunten in de toekomst te voorkomen. Provincies vervullen hierin een regierol. In samenwerking met de netbeheerders hebben wij in 2022 de Startnotitie energie-infrastructuur opgesteld en zijn begonnen met de uitwerking hiervan. We onderscheiden hierbij drie sporen: het opstellen van een Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (P-MIEK), het versnellen van de uitbreiding van het elektriciteitsnet, en het stimuleren van manieren om het net efficiënter te gebruiken. Voor de uitvoering van de regierol stelt het Rijk stelt extra middelen beschikbaar vanaf 2023.

Beoogd resultaat 2022

Status

Toelichting

De zoekgebieden uit de RES’en zijn voldoende geconcretiseerd, de aansluitbaarheid op het net is geborgd, de verhouding zon en wind is voldoende geoptimaliseerd en er is in voldoende mate zicht op een zorgvuldige ruimtelijke inpassing. Per locatie zijn afspraken gemaakt over de planologische besluitvorming zodat vergunningverlening tijdig kan plaatsvinden.

In de Tussenbalans werd duidelijk dat er nog te weinig zoekgebieden voldoende geconcretiseerd zijn om zicht te houden op het realiseren van de RES-doelstellingen voor 2030. Ook is de verhouding zon-wind verder uit balans geraakt. We hebben gemeenten opgeroepen om vaart te maken met windenergie en zijn gestart met de voorbereiding van planologische besluitvorming voor het geval de oproep onvoldoende oplevert.

Voor locaties waar de provincie verantwoordelijk is voor de planologische procedure, zijn de procedures in 2022 gestart.

Er zijn voorbereidingen getroffen om in 2023 te kunnen starten met de planologische procedure.

Er zijn voldoende compensatiemogelijkheden voor het geval locaties afvallen.

De ruimtelijke ontwikkeling van zonnevelden ligt bij gemeenten. Deze hebben over het algemeen meer ruimte voor zonne-energie in hun beleid dan nodig is voor de RES-opgave. Indien projecten afvallen kunnen daar dus nieuwe procedures gestart worden. Voor windenergie zijn potentiële onderzoeksgebieden in kaart gebracht en zal bij de verdere uitwerking (planMER) rekening worden gehouden met compensatiemogelijkheden.

In samenwerking met nationale, regionale en lokale partners is er een integraal Programma “regie op regionale energie-infrastructuur” ontwikkeld.

We zijn in 2022 gestart met het opstellen van een eerste programma (P-MIEK) dat in het voorjaar van 2023 gereed zal zijn. Het P-MIEK wordt elke twee jaar herijkt. Ook hebben Provinciale Staten besloten de uitbreiding van hoogspanningsstation Kortrijk-Breukelen planologisch mogelijk te maken.

Deze pagina is gebouwd op 06/15/2023 07:51:47 met de export van 06/15/2023 07:34:16